Bruce Lipton: Een kanker GEN bestaat NIET. Niet je genen, maar je waarneming bepalen je BIOLOGIE (gezondheid)
- Nancy janssens
- 9 jul
- 18 minuten om te lezen

Dit bespreken we
1-Wat controleert onze biologie?
2- Wat zeggen de conventionele geloof wetenschappers over een cel?
3- Niet je genen controleren je biologie, wel je waarnemingen
4-Hoe werken cellen en waar komt het leven vandaan?
5-Als eiwitten geen signaal zouden krijgen, dan waren we standbeelden
6- Hoe werkt het celmembraan?
7- Er zijn twee soorten eiwitten die aan een celmembraan zijn bevestigd
8- Wat is de functie van ons DNA?
9- DNA is altijd geassocieerd met eiwitten
10- Omgevingssignalen zorgen voor kanker
Voorwoord
Dit is een vertaling van een lezing ''de biologie van het geloof'' in 2005 van Bruce Lipton. We hebben zoveel mogelijk jargon taal en moeilijke stukken verwijderd.
Natuurlijk kan het voor sommige nog steeds moeilijk zijn. We gebruiken veel tekeningen zodat je het beter begrijpt. Het helpt ook dat je de blog minstens 3x leest. Op den duur krijg je een klik. Het is informatie die we niet alle dagen lezen.
Bruce Lipton staat wereldwijd bekend als promotor van het idee dat genexpressie kan worden beïnvloed door omgevingsfactoren. Anders gezegd: dat mensen eerder ziek worden door omgevingsfactoren dan door genetische redenen.
Hier legt hij in detail uit hoe onze cellen beïnvloed worden door onze omgeving. Dit is echte wetenschap in een simpele taal uitgelegd. Op die manier krijg je een helder beeld van hoe ons denken onze gezondheid beïnvloedt.

Deze lezing is van 2005 en we hebben het in grote lijnen vertaald in het Nederlands. De tekening hebben we ook zelf laten maken om deze blog te maken. Zie originele video (Eng) op Rumble

1-Wat controleert onze biologie?
DR. LIPTON: Ik ben een celbioloog en ik heb jarenlang cellen bestudeerd.
Ik wilde echt weten hoe cellen werken en hoe ze reageren. Wat was hun lot
en hun doel? Tijdens mijn onderzoeken kwam ik tot de conclusie dat cellen
anders werken dan wat ik op school had geleerd.
In de wetenschap kregen we altijd te horen dat wij als mensen gecontroleerd worden door onze genen. Ik leg dit graag even wetenschappelijk uit, maar geen zorgen. Ik hou het simpel.
Door mijn jarenlang onderzoek heb ik ontdekt dat het de waarneming van
onze omgeving is, die onze genen controleert, en dus niet de genen zelf. In
feite is het dus ons geloof dat onze cellen selecteert en ons gedrag bepaalt. Op celniveau is een waarneming een waarneming. Maar op menselijk niveau is een waarneming een geloof. Ik verduidelijk graag ook deze uitspraak:
KENNIS IS MACHT
Hoe meer je bewust bent en kennis opdoet, hoe meer je in je kracht zal staan. Hoe meer je zal overleven en succes zal hebben in het leven. Deze uitspraak is zeker waar en er is ook een andere kant aan dit verhaal:
Gebrek aan kennis resulteert in een gebrek aan kracht en genezing
We zijn allemaal opgevoed met het idee dat we ziek worden door onze genen. Je hoort het nog steeds dagelijks op het nieuws en in de krant. We hebben.
Altijd gehoord dat we onze genen van onze ouders hebben meegekregen. Meestal, als er kanker zit in de familie, word je er heel nerveus van en krijg je schrik dat jij de volgende bent. Als je dan uiteindelijk ziek wordt, accepteer je het en zeg je: “Zie je wel, het zit in de familie, in onze genen.”
Je denkt echt dat je hier niets aan kunt doen omdat ze je verteld hebben dat het erfelijk is. Dan gaan mensen minder verantwoordelijkheden nemen voor hun gezondheid. Want ja, het zit in onze genen… waarom zou ik dan moeite doen om te genezen?
Op die manier gaat je gezondheid nog meer achteruit. Het draait er blijkbaar meer om de mensen hun macht af te nemen over hun gezondheid. De conventionele wetenschap laat uitschijnen dat je zwakker bent dan je genen. Dat ziekte in je genen zit, is dus geen juiste uitspraak en geen juiste instelling.
Ik ga je het tegendeel bewijzen. Ik zal je bewijzen dat ziek worden komt door omgevingsfactoren en niet door onze genen.
2- Wat zeggen de conventionele geloof wetenschappers over een cel?
DR. LIPTON: We hebben allemaal op school en van de media geleerd dat
ons DNA ons karakter bepaalt. Daarbij gaat het niet alleen over je haarkleur, de kleur van je ogen of je lengte. Maar ook over angst, obesitas, homoseksualiteit, agressie, verlegen zijn, gelukkig zijn.
Deze karaktertrekken worden bepaald door de genen, zo wordt verteld.
Toen je deze genen kreeg op het moment van de bevruchting, was je leven
dus al vastgesteld. De rest van je leven is dan de simpele uitwerking van de
programma’s die je van je ouders hebt ontvangen.
Conventionele wetenschappen zeggen dat er DNA-moleculen zijn gevonden in de kern van een cel. Alle genen zitten in die kern, beweren ze. Ik las in een bekend prestigieus wetenschappelijk tijdschrift “Science” een artikel, waar in de eerste zin stond dat de kern van een cel het commando centrum is. Dit is echt het conventionele geloof. Dit wil zeggen dat de conventionele wetenschap veronderstelt dat de kern van een cel ook het brein van de cel is.
3- Niet je genen controleren je biologie, wel je waarnemingen
DR. LIPTON: Ik leg je even een onderzoek uit. Stel dat ik de hersenen uit elk levend organisme haal. Wat zal er dan gebeuren, denk je? Dan sterft het organisme. Want zonder hersenen overleeft niemand. Maar als ik de kern uit een cel haal… wat gebeurt er dan? Volgens de conventionele wetenschap, zal de cel sterven.
Nu komt het echte onderzoek. Ik heb dus uit een cel de kern gehaald. Je
zou denken dat de cel zou sterven, maar de cel bleef nog zeker 2 maanden
leven. Er zaten dus geen genen meer in de cel. Wat vooral opviel, was dat
de cel gewoon zijn normale werk bleef doen.
De cel bewoog in het rond. Hij communiceerde met andere cellen. De cel at en groeide. Hij was zelfs in staat om afval te verwijderen en om zijn structuur op te bouwen. Hij herkende ook toxines en ging weg van de toxines. Hij herkende voeding en ging naar de voeding toe. De cel bleef gewoon zijn gangetje gaan zonder celkern, zonder genen, zonder ‘het brein’ dus.

Conclusie: Ik heb de genen uit de cel gehaald en dit veranderde helemaal
niets aan het gedrag van de cel. Dit wil per definitie dus zeggen dat de celkern nooit het commando centrum (het brein) kan zijn, zoals het wetenschappelijk tijdschrift beweerde. Omdat de cel nog steeds controle had zonder een celkern.
Dit wil zeggen dat de genen NIET onze biologie controleren.
Dat de genen onze biologie controleren, is fout en alleen maar een veronderstelling. Al jaren wordt beweerd dat je ziek wordt door je genen, maar dit is nooit wetenschappelijk bewezen. Dit verhaal lijkt zodanig waar, dat we het maar aannemen. Maar nu komt een volgende vraag. Als ik het brein (de genen) uit de cel heb gehaald… wat is dan wél het brein van een cel? Ik ging dit verder onderzoeken en zal je dit stapsgewijs uitleggen.
4-Hoe werken cellen en waar komt het leven vandaan?
Hoe werken cellen?
DR. LIPTON: Cellen zijn zoals machines. De cel bestaat uit delen die gemaakt zijn van eiwitten (proteïnen). Er bestaan wel 70.000 eiwitdelen om de mens te vormen. De delen van een cel communiceren met elkaar en zorgen voor leven. De bouwstenen van een cel zijn eiwitten.
Als je in de spiegel kijkt en je ziet je haar, je ogen, je huid, je lengte… dan zijn dat de eiwitten die je structuur geven. Eiwitten zijn een lineaire ketting van aminozuren.

Hoe worden 70.000 verschillende eiwittendeeltjes nu gemaakt?
1. Dat hangt af van de lengte van het eiwit en hoeveel aminozuren erin zitten.
2. De volgorde van de verschillende soorten aminozuren bepaalt hoe een
lineaire eiwitketting eruit ziet. Er zijn 20 verschillende soorten proteïnogene aminozuren om te combineren.
Waar komt het leven dan vandaan?
Nu we een ketting hebben gevormd van eiwitten, bevat dit op zich nog geen leven. Dit is een dode ketting. De eiwitketting kan op zich niet bewegen.
Maar waar komt het leven dan wel vandaan? Wat gééft leven?
Het leven is een beweging van iets. En waar komt die beweging dan vandaan? Dit is de grote, spannende en belangrijkste vraag! (Bruce lacht)
Er zijn twee vormen van eiwitten: de actieve en niet-actieve vorm. De eiwittenketting is zoals een machine. Als een eiwit een omgevingssignaal
krijgt door een nutriënt of hormoon, dan komt dit in een actieve vorm. Met
andere woorden: als een signaal zich bindt aan een eiwit, dan verandert de
lineaire eiwittenketting van vorm.
Signalen kunnen moleculen, atomen of zelfs energie zijn. Het eiwit beweegt dan doordat het een signaal krijgt.
Het is als een machine: als je op het knopje drukt, zal de machine beginnen te bewegen en haar job uitvoeren. Wanneer de eiwittenketting van vorm verandert, kan ze ook een job uitvoeren. Het leven is gelijk aan een beweging van eiwitten.
Dus het leven ontstaat doordat eiwitten zich bewegen.
5-Als eiwitten geen signaal zouden krijgen, dan waren we standbeelden
DR. LIPTON: De niet-actieve vorm heeft dus geen leven op zich. Als mijn
lichaam enkel uit eiwitten zou bestaan, zonder enige functie, dan zou ik
een standbeeld zijn. Dan zou ik alleen gemaakt zijn van bouwstenen zonder
leven.
Eiwitten moeten kunnen bewegen en vandaar dat ze een signaal
krijgen. Op die manier kunnen ze een job uitvoeren.
Ik zal je laten zien hoe een eiwit beweegt en dus leven krijgt.
Dit zijn enkele basiswetten van de wetenschap. Je weet dat bij een batterij
twee negatief geladen (of twee positieve) deeltjes elkaar afstoten. En dat positief en negatief geladen deeltjes elkaar aantrekken.
De eiwittenketting is flexibel en kan van vorm veranderen.
Nu laat ik je 2 vormen van eiwitten zien.

Welke vorm is meer stabiel, de eerste of de tweede? De tweede natuurlijk.
Omdat twee negatief geladen deeltjes zo ver mogelijk van elkaar willen verwijderd zijn. Ze stoten elkaar af. Vandaar dat de laatste vorm meer stabiel is.
Als ik nu bij die laatste vorm een signaal geef... Laten we een molecule aan
het eiwit verbinden, een oestrogeen bijvoorbeeld. Dit oestrogeen is veel positiever dan het negatief geladen deel.
Wat doen een plus en een min? Die trekken elkaar aan

Stappenplan beweging van een eiwit:
1. Eiwituiteinden stoten elkaar af. Er is nog geen signaal (min en min).
2. Eiwit krijgt signaal: Nu hebben we een positief en negatief geladen kant.
3. Beide uiteinden trekken elkaar aan en zullen naar elkaar toe bewegen.
De eiwittenketting komt in beweging doordat het een signaal heeft gekregen. Het eiwit zal tijdens zijn beweging een bepaalde job kunnen uitvoeren.

Stel, ik haal deze molecule er terug af. Wat gebeurt er dan met de vorm? Dan krijg je terug 2 negatieve uiteinden die elkaar opnieuw afstoten. Dan beweegt de eiwittenketting opnieuw.

En als ik de molecule er opnieuw opzet, zullen de uiteindes elkaar opnieuw aantrekken. Nu zie je hoe eiwitten leven krijgen. Zonder signalen hebben eiwitten geen leven. Het leven komt er dus door de beweging van de eiwitten.
Wanneer de vorm van de eiwitten verandert, kunnen ze een job uitvoeren. Heeft een eiwit zijn job gedaan, zal het signaal terug loslaten en zal het eiwit wachten op het volgende signaal. Daarom zeg ik dan ook dat eiwitten machines zijn.
Je kan het ook vergelijken met een vuur blussen met emmers water. Vroeger werd vuur op deze manier geblust. De emmers werden aan elkaar doorgegeven. Hierbij zijn de mensen de eiwitten en de emmers de signalen (atomen, moleculen, energie).
Telkens een persoon een emmer aanneemt, moet hij zijn romp draaien en bewegen naar de andere kant om het aan zijn buur door te geven. Op deze manier verandert de houding van de persoon, net zoals het eiwit van vorm verandert. De mensen voeren een job uit, zoals eiwitten dat ook doen.

Dit is echt basiswetenschap. Eiwitten zorgen voor je fysieke structuur, maar
ook voor je gedrag. Je gedrag, dat zijn de bewegingen en de acties die je in je leven stelt. Het zijn signalen die zorgen voor beweging in de eiwitten.
Dus eiwitten zorgen voor beweging, gedrag en actie in ons lichaam.
Conclusie: Het brein van de cel is de huid van de cel, het membraan. De
huid van de cel kan lezen wat ze moet doen, ze vertelt de eiwitten wat ze
moeten doen. Het brein van de cel is in feite de structuur van die
cel, die de signalen bestuurt om de cel te vertellen wat te doen in reactie op de omgeving.


In de embryologie zijn er 3 kiemlagen die het ultieme organisme op ware
grootte creëren. De kiemlagen worden ectoderm, mesoderm en endoderm
genoemd. Elke laag geeft aanleiding tot verschillende organen en weefsels.
De buitenste laag, genaamd het ectoderm, geeft slechts aanleiding tot 3 dingen in het menselijk lichaam: huid, hersenen en het zenuwstelsel.
Hersenen zijn afgeleid van je huid. De huid is het raakvlak tussen de omgeving en het cytoplasma. De huid kan dus lezen wat er aan de hand is en de eiwitten in de cel vertellen wat ze moeten doen.
Ik heb de kern uit de cel gehaald en stelde vast dat de cel zijn gedrag niet
veranderde. Dat komt omdat de kern niet het brein van de cel is. De kern is
wél het geslachtsdeel van de cel. Het staat voor reproductie (voortplanting,
vermenigvuldiging).
De kern bezit alle patronen om 70.000 verschillende delen in je lichaam te
maken. Maar de kern weet niet welke behoefte op welk moment nodig is.
De kern heeft geen intelligentie. De kern is slechts de opslagplaats voor het
patroon.
Als ik de kern uit de cel haal, verandert er niets aan de cel. De cel zal na een
tijdje sterven, omdat de eiwitten waaruit de machine bestaat, afbreken en
slijten. En als ze afbreken, moeten ze vervangen worden, anders sterft de cel.
We hebben de celkern niet nodig voor onze intelligentie, maar voor onze
afdruk (blue print). Er is geen brein betrokken bij onze genen, daar zijn ze niet capabel voor.
6- Hoe werkt het celmembraan?
DR. LIPTON: Het celmembraan pikt een signaal van de omgeving op. Dit
kan van alles zijn zoals: zon, hete lucht, geluid, geuren, smaken, chemicaliën, enz. We kunnen dit signaal waarnemen via receptoren zoals onze ogen, oren, neus, smaak en aanraking. Deze receptoren zitten bevestigd in de huid.

Het celmembraan pikt deze omgevingssignalen op.
Dit zijn de primaire signalen.
Vervolgens zet het membraan het omgevingssignaal om in een secundair
signaal dat de eiwitten aanstuurt. Zo wordt het gedrag gemedieerd door het celmembraan, als het reageert op de omgeving
Als ik die omgeving afsnijd, heeft de cel geen gedrag.
Ze zal daar gewoon blijven zitten, levenloos.
Het leven is te wijten aan hoe de cel reageert op haar omgeving.
(primair signaal)
Je leven is dus hoe je reageert op je omgeving. De eiwitten zorgen ervoor
dat je een bepaald gedrag stelt. Dus je gedrag is niet te wijten aan de genen, wél aan je omgeving.
Je gedrag is te wijten aan hoe je het signaal ziet, wat perceptie (waarneming) wordt genoemd.
Dat signaal (primair signaal) wordt vervolgens omgezet in het selecteren van de juiste eiwitten voor je reacties (secundair signaal). Dit is hoe het celmembraan werkt
Als je naar de oppervlakte van het celmembraan kijkt, zie je verschillende
structuren met antennes. Er zijn wel duizenden eiwitten die aan een celmembraan bevestigd zijn. Deze eiwitten lezen de omgeving. De eiwitten
zijn antennes die wachten op een signaal.
7- Er zijn twee soorten eiwitten die aan een celmembraan zijn bevestigd
DR. LIPTON:
Primair signaal: Hier komen dingen binnen (invoer). De ene groep zijn
eiwitten die een soort antenne hebben. Antennes zijn ontvangers, net zoals
de antennes van een tv of radio vroeger. Ze zijn afgestemd op omgevingsinformatie.
Als het eiwit met de antenne dan een signaal krijgt, krijgt het andere soort eiwit ook een signaal (secundair signaal). Signalen kunnen glucose, histamine of insuline zijn. Voor alle verschillende dingen die de cel kan zien, is er een verschillende antenne.
Secundair signaal: Hier gaan dingen naar buiten (uitvoer). Deze eiwitten
hebben geen antenne. Ze werken alleen als de eiwitten met antennes een
signaal doorgeven. Dan selecteert dit signaal de juiste eiwitten voor je reacties, je gedrag.
Onze receptoren zoals de ogen, oren, neus, smaak en aanraking die in de
huid zitten, werken zoals onze cellen. Ze werken parallel. De eiwitantennes
op het celmembraan zien er niet uit als een neus en ogen, maar ze functioneren wel op dezelfde manier

Als er een signaal op de eiwitantennes komt, zoals bijvoorbeeld insuline, zal
het eiwit van vorm veranderen binnenin de cel. Dus binnenin de cel weten
ze wat er buiten de cel gebeurt.

In rust is de secundaire opening gesloten, maar als het primaire signaal een
signaal doorgeeft, zal het secundaire signaal reageren en zal dit eiwit een
opening maken waarlangs moleculen in de cel geraken. En zo coördineert
het eiwit het gedrag van de cel.

Enkel moleculen die in de opening passen, mogen door. Moleculen die te
groot zijn, stoot de cel af (zie tekening).

Ik zal nu de beide signalen samen laten zien (primair en secundair signaal).
Zo kun je zien hoe dit mechanisme van de biologie in het echt werkt. Samen werken ze als een soort invoer en uitvoer (input & output).

Het primaire signaal wacht op een signaal en het secundair signaal zal het
omgevingssignaal omzetten in een gedrag. Zolang er geen signaal is, is er
ook geen gedrag en zal de connector niet passen onderaan het primaire
signaal. Van zodra er een signaal is, zal de vorm veranderen van het primaire signaal.
Nu is de vorm veranderd van het primaire signaal. Nu past de connector wel op het signaal onderaan. De connector wordt onmiddellijk verbonden met het uiteinde van het primaire signaal. Zodra de connector verbonden is, zal de opening van het secundaire signaal opengaan en op die manier kunnen er moleculen in de cel geraken.

Als er dan een molecule door het secundaire signaal komt, zal er een signaal binnen de cel worden gegeven. Dit signaal vertelt wat de cel moet doen.
En dat hangt dan weer af van het soort primaire signaal (omgevingssignaal).
Het gedrag van de cel wordt dus onder controle gehouden door de invoer
van de omgeving.
De omzetting van de invoer (primair signaal) naar een
gedrag/ uitvoer (secundair signaal) zorgt dat de cel een gedragssignaal ontvangt. Deze signalen zorgen dat de cel wordt gecoördineerd. De cel weet wat het moet doen. De cel reageert op wat er in de omgeving gebeurt.

Stel nu dat ik de antenne van het primaire signaal verwijder. Dan kan de cel
niets meer zien. Dan is er ook geen gedrag. De cel is dan in een volledige coma. De cel zal nergens op reageren. Dit wil zeggen dat ons gedrag
verwant is aan het signaal. Als er geen signaal is, is er ook geen gedrag bij
de mensen.
Het is zoals onze reflexen. Als je iets stimuleert, krijg je een reactie. Dus het
signaal is een stimulator en de cel reageert gewoon. De receptor is de invoer, die de omgeving kan lezen. De receptor verbindt zich dan aan de effector die dan op zijn beurt weer het gedrag genereert door een secundair signaal.
Dit soort onderdelen controleert ons gedrag, maar er zijn wel duizenden
verschillende onderdelen die zo werken in ons lichaam.
Het zijn een soort van wissels.
Als insuline komt opdagen, dan zal er een wissel zijn in het metabolisme.
Als histamine komt opdagen, dan wisselt het om naar bescherming.
Voor elk signaal zal een unit dit omzetten in een gedrag.
De functie van de receptoren is het bewustzijn van de omgeving. De receptoren kunnen alles zien van de omgeving. Deze signalen moeten wel nog omgezet worden in biologische acties.
Dus de functie van de uitvoer, de effector, bestaat erin een fysieke sensatie te creëren of een reactie op dat signaal. Het signaal zal dus een bepaald gedrag teweegbrengen.
Als ik dan even terugkeer naar mijn tekening. Wat wil deze tekening dan concreet zeggen? Wat is hier de functie? De functie van de cel (celmembraan) is waarneming. Ze kan de omgeving zien en kan een bepaald gedrag activeren.
Hier is geen DNA bij betrokken. Er zijn geen genen bij betrokken. Het gaat
hier vooral over stimuleren en reageren.
Je krijgt een stimulans bij de receptor en een reactie bij de effector.

Perception “controles” behavior
Als er geen waarneming is, kun je ook geen gedrag hebben. Dus de signalen, wat eigenlijk de waarnemingen zijn, zorgen voor beweging van de eiwitten en voor ons gedrag. Het komt erop neer dat het gedrag van de cel niet is geprogrammeerd. Het gedrag van de cel past zich voortdurend aan, ongeacht het signaal in de omgeving.
Stel dat er een omgevingssignaal komt opdagen en je hebt niet de juiste eiwitten in de cel op dat moment voor die situatie. Je cel kan dan niet reageren en kan dan ook geen gedrag vertonen. Vanwaar halen we dan de gedragseiwitten? Nu pas komt ons DNA in beeld.
8- Wat is de functie van ons DNA?
DR. LIPTON: Ons DNA is een afdruk (blue print) van de eiwitten. DNA bezit totaal geen andere functies dan dat we het nodig hebben. Je zal je nu wel afvragen: “Hoe kan ik de genen activeren?”
En je zal ook al vaak gehoord hebben dat onze genen kanker kunnen veroorzaken. Ik zal je de waarheid vertellen, de echte wetenschap: “Genen kunnen zichzelf niet activeren’’. Biochemisch is dit de waarheid
Een gen kan zichzelf niet inschakelen of uitschakelen. Als je een gen actief
wil maken, dan kan dit gen dat niet zelf. Waarom zou het dan eender wat
kunnen controleren van buitenaf? Dat er dus een kankergen is, is een volledig foute waarneming.

Stel dat onze genen echt kanker zouden veroorzaken en stel dat jij dit gen
ook hebt. Wanneer zou je dan kanker krijgen? Denk even logisch na. Dan
zou je kanker krijgen vanaf de dag dat je geboren bent. Dan zouden de kankercellen direct beginnen uitzaaien.
Je kunt toch onmogelijk een kankergen hebben gedurende 30, 40 of 50
jaar? Kanker zou dan al die jaren wachten. En plots heb je kanker. Ga je dan
je eigen genen de schuld geven? Deze uitlegt klopt toch niet?
Vanaf de jaren ‘60 ongeveer hebben ze ons wijsgemaakt dat onze genen
onze biologie controleren. Ze hebben het ons via televisie, kranten en
scholen herhaaldelijk verteld.
De conventionele geneeskunde bleef deze theorie keer op keer herhalen, totdat het ingeburgerd was. Het staat zelfs in elk boek beschreven als een normale theorie. Maar het ergste is dat deze theorie nooit wetenschappelijk bewezen en onderzocht is.
Waarom en wanneer ga je dan wél een gen activeren? Om de eiwitten te
maken voor de cel die het gedrag moet uitvoeren.

Als je na 40 jaar kanker krijgt, ga je dan je genen de schuld geven of ga je
deze uitspraak geloven? We focussen al jarenlang op de genen, maar we
moeten ons focussen op de signalen die de cel krijgt. Wat er ook veranderd
is in je leven, stimuleerde je cellen.
Schrijf even alles op wat veranderd is de laatste jaren. Welke stress, angsten, zorgen of woede heb je gekregen? Deze dingen stimuleren namelijk je cellen. Dit zijn omgevingssignalen die naar je cellen worden gestuurd.
Chromosomen
Als we in de celkern kijken, dan vinden we daar het DNA en de chromosomen. We vinden er 23 paar chromosomen om een mens te maken.
Ze noemen het paren, omdat je 23 chromosomen van je vader krijgt en
23 chromosomen van je moeder. Deze matchen bij elkaar.

Wat zit er dan in de celkern? 50% DNA en 50% eiwitten. Nu, het probleem is dat de wetenschappers zich sinds de jaren ‘50 of ‘60 enkel focussen op de
genen. Als ze het DNA wilden bestuderen, maakten ze de celkern open. Ze
legden de chromosomen bloot en legden het DNA apart van de eiwitten. Ze gooiden de eiwitten gewoon weg.
9- DNA is altijd geassocieerd met eiwitten
DR. LIPTON: Al die jaren bestudeerden ze het DNA, zonder naar de eiwitten te kijken. Er bestaat niet zoiets als puur DNA in elke organisme. Al die jaren gooiden ze weg wat de cel juist controleert. DNA is altijd geassocieerd met eiwitten. De eiwitten vormen een soort omhulsel rond het DNA.
Simpel uitgelegd:
Ik doe mijn hemd van mijn arm omhoog. Stel dat mijn blote arm een gen is.
Laten we zeggen dat mijn arm het gen is voor blauwe ogen. Dan kun je lezen dat mijn arm een gen is voor blauwe ogen.
Hoe ziet het DNA eruit als ik dit terug in de celkern doe? (Hij doet zijn hem
terug over zijn arm). Er is terug een omhulsel van eiwitten over het DNA.
Kun je nu dan nog lezen of dit een gen is voor blauwe ogen? Nee, natuurlijk
niet. Als je echt het gen wil lezen voor blauwe ogen, wat moet je dan doen?
Neem het omhulsel van de eiwitten eraf.

Hoe krijg je het eiwitomhulsel eraf? Als een signaal op het eiwit komt, verandert het eiwit van vorm. En op deze manier kun je de genen lezen. Die
genen zaten er de hele tijd al. Het hangt ervan af of de eiwitten aanwezig of
afwezig zijn.

Reguliere therapie spreekt enkel over DNA en RNA, maar niet over omgevingssignalen en gereguleerde eiwitten (eiwitten met omhulsel waarvan je het gen kan aflezen). Ze hebben hiernaar geen grondig onderzoek gedaan.

Zoals je op deze foto hiernaast ziet, is er een omhulsel rond het DNA. Het signaal van buitenaf zal altijd naar het juiste eiwit gaan. Het zal zich enkel binden met de juiste eiwitten.
Als het signaal zich dan heeft gebonden met de juiste eiwitten, zal het eiwit veranderen van vorm. Dan zal het omhulsel van het DNA zich verwijderen. En dan komt het gen vrij.

Op de tekening hieronder maak ik een kopie van het gen, dit heet het RNA.
Deze dringt dan in de cel, waar het wordt omgezet in het eiwit. Dan nemen
we de RNA-molecule en we maken een kopie van deze DNA-molecule.
Dit is dan een afdruk (blue print) van het gen. Dit noemen we messenger RNA. Deze afdruk wordt gebruikt om het eiwit te maken.

10- Omgevingssignalen zorgen voor kanker
DR. LIPTON: Zolang er geen signaal is, zal het gen niet blootgesteld worden. Stel dat dit een kankergen is, dan geeft het je geen kanker omdat het niet blootgesteld is. Wat zal ervoor zorgen dat het kankergen zichzelf tot expressie brengt?
Een signaal natuurlijk. Omgevingssignalen zorgen voor kanker.
Iets van buitenaf heeft je cellen gestimuleerd.
Welke signalen van je omgeving ervaar je die negatieve genen of processen in je lichaam selecteren? Dit kan woede zijn, chronische stress en zorgen, negatief denken, onverwerkt verdriet en trauma, foute voeding, toxines.
Dit zijn signalen die je aan je cellen geeft. Je zult nu ook begrijpen dat wat je dagelijks ziet en gelooft wel eens één van de belangrijkste dingen in je leven zijn. We moeten heel nauwkeurig zijn met ons geloof en waarnemingen.

Waarnemingen zijn hetzelfde als geloof. Het is je waarneming die je genen
kan veranderen. Ongeacht of je waarnemingen nu juist of fout zijn. Het blijft
een waarneming die je cellen zal selecteren. Met de nieuwe ontdekking van
de wetenschap en biologie voelen we ons minder slachtoffer van onze erfelijkheid. Je leven is dus niet vastgelegd, zoals reguliere artsen vertellen.
We kunnen meer zelfvertrouwen opbouwen in onze eigen gezondheid.
95% van de kankers en chronische ziektes zijn niet erfelijk. 95% van alle
kankers wordt actief geproduceerd door de waarneming van een persoon
die zijn normale genen herschrijft en kankergenen aanmaakt.
Genetics engineering genes
We hebben ook ontdekt dat je in elk van je cellen genen hebt met als functie het herschrijven van de andere genen, wanneer dat nodig is.
Iedereen is dus uitgerust met het vermogen om zijn genen aan te passen en te veranderen, terwijl hij op de omgeving reageert.
Je eigen geloof selecteert je eigen genen. Dus als je waarnemingen negatief of verkeerd zijn, kan dit nadelig zijn voor je genen en dus ook voor je gezondheid. En ook: door je waarnemingen aan te passen, kan je je gedrag en genen veranderen en zelfs herschrijven.

Je zenuwstelsel ziet de omgeving en interpreteert alles. Tijdens een onderzoek heb ik spiercellen uit dystrofische patiënten gehaald. Ik heb ze in een positieve omgeving gezet. Het opvallende was dat wanneer de cellen in een goede omgeving waren, ze mooi en gezond groeiden.
Maar in het lichaam deden ze dat niet. Hoe komt dit nu? Ergens tussen de
omgeving en de cel kwam de waarneming van de persoon ertussen. De
waarneming verstoorde een gezonde groei van de cel. Ons geloof verandert onze biologie.

Mijn laatste woorden voor jullie zijn: Kennis is kracht. Als je de kennis die ik je net heb verteld, daadwerkelijk gebruikt, dan zal je meer controle krijgen over je eigen gezondheid.
• Je hebt de kracht om te bepalen welke genen je activeert
• Je hebt ook de kracht om te bepalen welk gedrag je genen vertonen
• Je hebt ook de kracht om je genen te herschrijven
Zorg voor heldere, positieve en duidelijke waarnemingen. Jullie zijn allemaal heel krachtig en jullie zijn GEEN slachtoffers van jullie eigen genen. Succes!



Comments